Ardis: Al 35 jaar Professie, Plezier, People en Plek
Ardis bestaat 35 jaar! We blikken terug met twee van de vijf oprichters: Roelien Bokelmann en Ron Witjas. ‘We hadden helemaal niet de gedachte een groot bureau te beginnen, maar we wonnen tot onze verbazing een grote opdracht en moesten vervolgens mensen in dienst nemen.’ Adviseur Geertje Otten in gesprek met Ron (vanuit Frankrijk) en Roelien (in Den Haag).
Het Interview vindt plaats via Teams. Deze online mogelijkheid van gespreksvoering is gelijk een voorbeeld van een grote verandering in manier van werken in de tussenliggende jaren.
Roelien: ‘Vroeger was je als trainer ook “verhuizer”. We gingen op pad met een afgeladen auto: een beeldbuistelevisie en videospeler, koffers vol met videobanden, statief met microfoons, soms een overheadprojector en natuurlijk moesten we voor alle deelnemers uitgeprinte syllabussen en oefenmateriaal meenemen naar de trainingen.
Hoe is Ardis als bureau veranderd?
Roelien begint: ‘Ardis was in het begin een kleine club van vijf losse professionals die op een prettige manier kwalitatief goed werk wilde leveren. Naast ons twee waren dat Loek Sier, Doreen Leppink en Rinck Soeters. We hadden kleine kinderen en helemaal niet de gedachte om er een groot bureau van te maken. Het is gaan vliegen door een grote uitvraag van het ministerie van VROM die we tot onze verbazing wonnen. We moesten daardoor snel schakelen en groeien.’
Ron vult aan: ‘In die eerste tijd lunchten we bij het Museon, kroketten en karnemelk en dan bespraken we wel eens of we niet iets van een strategie moesten ontwikkelen. Maar dat verdween dan ook weer van tafel. Wel hadden we hele duidelijke kernwaarden: Professie, Plezier, People en Plek.’
Roelien: ‘Nu is Ardis een georganiseerde club met professionals en een organisatie die staat. Ardis doet een breed scala aan interventies op het gebied van organisatieontwikkeling. Maar wat hetzelfde is gebleven: enthousiasme, hart voor het vak en de drive om impact te maken.’

Hoe hebben jullie het vak van organisatieontwikkeling zien veranderen?
Ron: ‘35 jaar geleden stond het trainersvak in de kinderschoenen, terwijl het nu helemaal is geprofessionaliseerd. Vroeger was er meer focus op (skills)trainingen en leergangen, terwijl er nu meer gewerkt wordt op persoonlijk leiderschap, organisatieontwikkeling en het systeem als geheel. 35 jaar geleden verzorgden we ook veel losse trainingen. Ik herinner me dat één van de eerste trainingen de Management Leergang voor vrouwen was. Die heeft 25 jaar gedraaid. Nu is een interventie om te leren altijd gekoppeld aan de ambitie van de organisatie. En als het gaat om de opdrachtgevers: in het begin deed Ardis zowel opdrachten in de private als in de publieke sector. In de loop van de jaren zijn we een Haags bureau geworden: we zaten dicht op de politiek-bestuurlijke context, snapten wat er bij de opdrachtgever speelde. Dan helpt het dat je nabij bent en even op de fiets kunt stappen om langs te gaan.’
Roelien: ‘Vanuit het trainersvak heeft Ardis de omslag gemaakt naar het vak van organisatieontwikkeling. We weten veranderprocessen goed te begeleiden. Onze ervaring met het hanteren en benutten van processen en dynamieken in groepen, is daarbij een goede basis. We gaan verder dan de analyse: we gaan echt aan de slag met mensen en hanteren daarbij een systemische blik en werkwijze.’
Hoe hebben jullie de context en de klant zien veranderen?
Ron en Roelien zien twee belangrijke verschuivingen. De opgaven van onze opdrachtgevers, met name in de publieke sector, zijn steeds complexer en meer verweven geworden. Opdrachtgevers moeten steeds meer werken over de grenzen van hun eigen (deel)organisaties heen. Ardis is mede daardoor steeds dichter op het primaire proces gaan werken. Daarnaast is een trend die al jaren gaande is, dat er steeds meer in minder tijd gedaan moet worden. Dat geeft een voortdurend dilemma, want om goed te kunnen leren en echt te ontwikkelen is tijd en vertraging nodig. Vroeger waren leergangen met zes modules van drie dagen normaal, tegenwoordig niet meer. Dat leidt overigens ook wel weer tot innovatie, bijvoorbeeld door basiskennis te verwerken in e-modules en het bedenken van beknopte, impactvolle reflectievormen.
Roelien vult aan: ‘Opdrachtgevers en deelnemers hebben zelf veel kennis en ervaring in huis. De opdrachtgever kent het vak en heeft zelf een beeld over wat wel en niet zou passen. We hebben altijd nauwe samengewerkt met onze opdrachtgevers, ook omdat we vaak langjarig voor en met organisaties werken. Tegenwoordig noemen we die samenwerking co-creatie, waarbij we mét de opdrachtgever en bijvoorbeeld interne adviseurs leer- en ontwikkelinterventies maken die aansluiten op de context, de organisatiedoelen en het primair proces.’
Ron: ‘Iets anders wat, naast de nauwe samenwerking met opdrachtgevers, ook is gebleven: de traditie van de rode (vroeger blauwe) boekjes over een actueel thema in ons vak die we rond kerst aan al onze relaties sturen. Er bestaan inmiddels 35 van deze publicaties.’

Ten slotte, welke vraag willen jullie aan het huidige MT van Ardis voorleggen voor deel 2 van het interview?
Ron steekt van wal: ‘AI gaat veel veranderen. Hoe gaan we AI in dit vak integreren? Wat kan AI niet van ons overnemen of wat willen we niet dat AI overneemt?’
Roelien: ‘Hoe gaan jullie de basiswaarden (betrokkenheid, creativiteit, vakmanschap) van Ardis levend houden?’
Roelien geeft aan bij het afsluiten van het interview net op stoom te zijn qua herinneringen. Er komt dus zeker nog een informeel vervolg! Op de vraag naar foto’s uit de oude doos, instrueert Ron om op ‘de H:-schijf’ te kijken. Die is niet meer, tegenwoordig werken we in de cloud 😉.
Het vooruitblikken volgt na de zomer in deel 2 het interview met de huidige MT leden van Ardis. Tip van Ron: ‘35 jaar terugblikken lukt wel, maar zo ver vooruitblikken is onmogelijk. Richt je in de vooruitblik op de komende drie tot vijf jaar…’