De taal van je lijf:

Houd je rug recht!

In gezegdes en spreektaal speelt ons lichaam regelmatig een hoofdrol. In overdrachtelijke zin… Of zit er toch een kern van waarheid in. Versta jij wat je lichaam je wil zeggen? In lijn met ons jaarthema ‘Belichaamd werken’ bespreekt collega Marije van Duijne Strobosch regelmatig een gezegde of spreekwoord, dat linkt aan het lichaam. Deze keer: ‘houd je rug recht!’

Vroeger had ik een vriendin en als ik bij haar thuis was, zei haar moeder vaak tegen haar: ‘Rug recht, kop omhoog!’ Inderdaad liet ze regelmatig haar schouders naar voren hangen en zat ze ineengedoken op haar stoel. Het leek net alsof ze zich terugtrok in zichzelf, alsof ze het contact met de wereld niet aan wilde gaan.
‘Houd je rug recht’ betekent in onze samenleving: kom voor jezelf op, laat zien dat je er bent, sta voor jezelf. Iemand met een rechte rug is synoniem voor een (mentaal) stevig en weerbaar iemand.

In tegenstelling tot onze buik is onze rug hard en stevig. De wervels van de ruggengraat zijn voelbaar. De vele spieren die aan de ruggengraat vast zitten en ons skelet overeind houden, maken van de rug een solide geheel. Als we ons onveilig voelen, keren we liever de rug naar iemand toe dan de buik. Bij dieren kun je dit mooi zien. Als ze zich bedreigd voelen, tonen ze hun rug en pas als ze veilig zijn willen ze hun buik laten aaien. Ook bij ons zijn kwetsbare organen als hart, longen, lever, nieren en darmen meer aan de voorkant geplaatst. Mocht het nodig zijn, dan vouwen we onze rug om onze organen en beschermen we onszelf.

Met een rechte rug laten we onze volle lengte én onze buik zien en daardoor stralen we zekerheid en kwetsbaarheid tegelijk uit. Nu je dit leest, doe je het onwillekeurig misschien al. Je gaat wat meer rechtop zitten, duwt je borst vooruit, neemt een trotse houding aan. Als iemand je nu een klap op je schouder geeft, val je niet zomaar om.

Hoe recht jij staat, kun je checken bij jezelf: je schouders mogen ontspannen en iets naar achteren zijn. Goed gepositioneerde schouders maken het mogelijk om je armen rustig naast je te laten hangen. Je bekken is zo gekanteld dat dit zich ontspannen in het midden bevindt. Je kunt dit checken door je bekken iets naar voren en daarna iets naar achteren te bewegen. Ergens in het midden is jouw meest ontspannen positie. Als je bekken goed gekanteld is, zul je je voeten stevig kunnen neerzetten zonder dat je knieën op slot gaan. Beweeg eens licht naar voren en dan weer licht naar achteren. De meeste mensen voelen goed wat hun ideale midden is: je leunt niet te veel naar de ander en ‘hangt’ ook niet terug. Nu maken je voeten contact met de grond, sta je stevig maar ontspannen, krijgt je buik ruimte en kun je ruim ademhalen.

Met een rechte rug is je ruggengraat als een innerlijke kapstok waar je armen, benen en je hoofd optimaal mee in verbinding zijn. Je hebt controle én kunt contact maken met de ander. En mocht er iets onverwachts voorbijkomen, dan sta je stevig genoeg om terug naar je eigen midden te veren.